Actueel risico volgens LoCovid 21 februari 2025
Besmettingsrisico Covid19 verder dalend, nu LAAG, lager dan het minimum van 8-4-2024, maar hoger dan 2-7-2023. Rioolwaarde 16-2: 65 → 2340 besmettingen PER DAG → ~234 extra LongCovid-patiënten per dag, waarvan ~60 ernstig beperkt. Een groter probleem is nu influenza, hoogste golf in 7 jaar, maar het aantal zieken neemt nu iets af. Met eenvoudige preventie hadden we duizenden extra slachtoffers kunnen voorkomen! 6,65% heeft luchtweginfectie, daalt langzaam.
Vanaf 2020-7 continu oversterfte, tov LQI 2010-2019 in week 6 zelfs 903 † → 30,5% bovenop verwachte sterfgevallen!
LET OP: Algemene onderbouwing, interpretatie en achtergrond-informatie bij de rubrieken vindt u via de [info] link in headers
Virusdeeltjes in rioolwater week 2024-07 [info]
Meting 2 februari: 65 (x 1011 virusdeeltjes per 100.000 inwoners) volgens Corona Lokaal.
Het virusniveau is na de zomerpiek 1256 medio juli en de herfstpiek 1430 van eind september gestaag gedaald, met schommelingen, maar ook de laatste weken blijft het niveau dalen. Zie de grafiek met rioolwater-meetwaarden hieronder (de laatste grijze staafjes komen van te weinig meetstations). Het virusniveau is nu LAAG volgens de tabel met risiconiveaus.

Landelijke spreiding van besmettingen
Op Corona Lokaal is ook de landelijke spreiding van het coronavirus te zien, over de provincies en over de afvalwaterstations. Alleen in Noord-Holland en Zeeland is het virusniveau nog boven de 100.

Verloop van aantal besmettingen per dag
Het is de moeite waard om het verband tussen virusdeeltjes in rioolwater en aantal besmettingen met Covid19 per dag, zoals gevonden door Datagraver, te gebruiken om het verloop van het aantal virusdeeltjes in rioolwater van Corona Lokaal om te rekenen naar een grafiek met het aantal dagelijkse besmettingen. Door de geïnterpoleerde, gewogen en genormeerde data van Corona Lokaal per dag te vermenigvuldigen met 36 krijgen we onderstaande grafiek, met het geschatte aantal Covid19-infecties per dag, over de hele periode van de pandemie vanaf 1 januari 2020.

In bovenstaande grafiek zijn ook de risiconiveaus Laag, Matig, Hoog, Zeer hoog en Extreem aangegeven conform onze vastgestelde tabel. Merk op dat vanaf oktober 2020 het virusniveau zelden Laag is geweest, en nooit meer Gering of Basis. Verder is te zien dat de virusniveaus tot eind 2021, die toen toch aanleiding waren voor strenge maatregelen, eigenlijk in het niet vallen bij de hoge toppen vanaf 2022. Inderdaad, toen men besloten had dat preventie “niet meer nodig” was. Juist vanaf 2022 heeft Covid het meest huisgehouden en is verreweg de meeste schade aangericht. Dit uit zich in het toenemende aantal patiënten met Long Covid, langdurige orgaanschade en een sterk verhoogd risico op voortijdig overlijden door een hartaanval, beroerte, longontsteking of nierfalen.
Momenteel is het SARS-CoV-2 virusniveau LAAG.
Cumulatief aantal besmettingen
Uitgaande van de besmettingen per dag kan ook het cumulatieve aantal besmettingen in een grafiek gezet worden:

Hier is bijvoorbeeld uit af te lezen dat pas in november 2022 Nederlanders gemiddeld 1x besmet waren, maar óók dat nu al 41,4 miljoen besmettingen een feit zijn, zodat 2 jaar later Nederlanders al gemiddeld 2,27x besmet zijn geweest. Het totale aantal besmettingen blijft stijgen, en daarmee óók het aantal patiënten met (ernstige) langdurige klachten van Long Covid. De ziekte waartegen nog steeds geen remedie of medicijn is gevonden.
Besmettelijke personen
Nu er elke dag zo’n 2340 Covid-besmettingen bijkomen, en elke besmette persoon is ~10 dagen besmettelijk, volgt daaruit dat momenteel ~23.400 Nederlanders besmettelijk zijn, dat is ~0,13% van alle Nederlanders.
Het percentage op Covid19 positief geteste mensen wordt ook bijgehouden in de RIVM-testgroep voor registratie van luchtweginfecties. Dit percentage positieve Covid19-testen in Nederland wordt sinds begin augustus ook in grafiekvorm gepubliceerd op Corona-lokaal:

In deze grafiek zijn dezelfde patronen te herkennen als in de grafiek voor het aantal infecties gebaseerd op de rioolwatermetingen.
Merk op dat het percentage besmette personen in het Percentage positieve testen op 13-2 uitkomt op 0,1%. Onze schatting hierboven komt 30% hoger uit. Mogelijke verklaringen van dit verschil:
- de onbetrouwbaarheid van de zelftest bij het infectieradarpanel (in meer dan de helft van de gevallen is het resultaat van een zelftest vals negatief)
- personen die vorige week positief testten worden niet opnieuw meegeteld
Gemiddeld zijn met Covid19 besmette personen van enkele dagen vóór de eerste symptomen tot 7 dagen daarna besmettelijk, dus het zal regelmatig voorkomen dat een positief geteste persoon de volgende of de vorige week ook besmettelijk is/was. Ten slotte is het de vraag hoe trouw de leden van het testpanel van RIVM infectieradar de gevraagde gegevens invullen.
Hoeveel Covid19-besmettingen leiden tot Long Covid?
Of en hoe vaak Covid19-besmettingen nu nog steeds tot Long Covid leiden is een vraag die in Nederland nauwelijks aandacht krijgt. De medische elite en alle media gaan er stilzwijgend van uit dat alle bekende Long Covid-patiënten (vaak wordt een aantal van ~100.000 in Nederland genoemd) in 2020 en 2021 ziek zijn geworden. Experts van het RIVM noemen wel eens percentages van 1 à 2% dat (nu nog) langdurige klachten houdt na besmetting. Dat is echter een slag in de lucht en in strijd met de resultaten van grote wetenschappelijke onderzoeken in het buitenland, zie ons artikel Hoeveel Covid19-besmettingen leiden tot Long Covid? in de rubriek Science. Het probleem is dat Long Covid nooit in Nederland geregistreerd werd. Pas eind juni 2024 opende het RIVM een PostCovid onderzoeksplatform. Het Post-Covid Netwerk Nederland van ZonMW doet onderzoek naar de gezondheid van LC-patiënten d.m.v. 3-maandelijkse vragenlijsten. Iedereen kan zich aanmelden.
In onze weekberichten gaan wij vaak uit van 10-13% kans op Long Covid na elke besmetting. Dit percentage is gebaseerd op een onderzoek onder 3,5 miljoen Canadezen. Zij stelden vast dat de kans op Long Covid niet afneemt bij herbesmetting, maar daarentegen cumulatief werkt: elke besmetting geeft weer ca. 13% kans op symptomen van Long Covid, zodat na 3 besmettingen zo’n 40% langdurige symptomen houdt (zie grafiek hieronder).

We zullen in onze weekberichten voorlopig blijven rekenen met 10% kans op Long Covid per besmetting, en een kwart daarvan zal ernstige chronische klachten betreffen, dus 2,5%.
In Nederland kunnen LongCovid-patiënten zich ook aanmelden bij C-Support, maar de drempel voor acceptatie is hoog, velen kennen deze mogelijkheid niet of weten niet dat ze Long Covid hebben, en eigenlijk heeft C-Support ook niet veel te bieden aan ondersteuning. Desalniettemin hebben zich tot nu toe al 32.536 mensen aangemeld, en uit onderstaande grafiek blijkt dat de aanmeldingen sinds de openstelling in september 2021 slechts zeer langzaam dalen. In december en januari waren er nog ruim 200, maar dit is ongetwijfeld slechts een fractie van het werkelijke aantal.

Infectieradar [info]
Het percentage mensen met klachten van acute luchtweginfecties, o.b.v. meldingen door een groep vrijwilligers aan het RIVM, geeft op elk moment een idee van het besmettingsrisico. Op 18 februari had 6,65% van de testgroep van het RIVM last van een luchtweginfectie. Net zoals in de voorgaande winters betreft dat véél mensen. Dat is een teken dat er behalve Covid19 ook veel andere luchtweginfecties een rol spelen. In tegenstelling tot Covid19 zijn de meeste luchtweginfecties seizoengebonden, ook griep.

Overige infecties
In de wekelijkse overzichten van diverse besmettelijke ziektes gevonden in de Nivel Peilstations hebben we het afgelopen jaar kunnen volgen dat sinds het opheffen van de maatregelen tegen Covid19 in het voorjaar van 2022 niet alleen Covid flink rondgegaan is, maar ook andere besmettelijke ziekten enorm huisgehouden hebben in Nederland. We zagen achtereenvolgens heftige uitbraken van longontsteking, RSV, mazelen, roodvonk (strep-A), kinkhoest, waterpokken, vijfde ziekte en krentenbaard (zie weekberichten). Sommige konden (deels) verklaard worden uit een afnemende vaccinatiegraad (mazelen, kinkhoest), maar meestal greep men in Nederland terug op het nonsens-begrip immuniteitsschuld.
In ons artikel Immuniteitsschuld of -schade? van november 2023 laten we zien dat een veel logischer verklaring is: aantasting van het immuunsysteem door een Covid19-besmetting. Ruim een jaar later komen deskundigen Lyne Filiatrault, Arijit Chakravarty en T. Ryan Gregory uit het westen van Canada (British Columbia) met dezelfde, onderbouwde verklaring voor het feit dat in B.C. zo velen zo vaak ziek zijn, óók kinderen. Bij het RIVM en de medische elite van Nederland is dit inmiddels ruimschoots wetenschappelijk bewezen effect echter nog steeds niet doorgedrongen.
In het Nivel Surveillance Bulletin van week 7 in 2025 staan voor week 2024-40 t/m 2025-07 de resultaten van onderzochte monsters op de Nivel peilstations in een grafiek. In week 7 zijn 72 monsters onderzocht, waarvan 62 positief bleken, zie de grafiek hieronder. Het aantal genomen monsters is, na de piek in week 5, nog steeds relatief hoog. Dit correspondeert met het hoge percentage luchtweginfecties 6,65% in de vorige sectie. Influenza werd het vaakst gevonden (40x), RS-virus minder vaak (6x). Deze week was er echter ook 2 keer sprake van SARS-CoV-2.

Omdat vorig jaar het aantal kinkhoestgevallen een enorme vlucht heeft genomen, vanaf het begin van de winter, volgen we ook nu weer de gevallen van kinkhoest. Dat lijkt gelukkig nog steeds stabiel. Hopelijk gaat dit jaar kinkhoest aan ons voorbij. Eigenlijk zou deze voor jonge kinderen gevaarlijke “100 dagen hoest” nooit meer voor hoeven komen.

Zoals hiervoor al gemeld waren er ook deze week veel griepgevallen. Het aantal gemelde nieuwe ziektegevallen met een griepachtig ziektebeeld steeg in de eerste weken van 2025 enorm snel, piekte in week 5 met 105 meldingen per 100.000 inwoners en is in week 7 gezakt naar 92 per 100.000. Dat wordt nog steeds aangeduid met “matige intensiteit”.

Feitelijk hebben we te maken met het hoogste aantal griepgevallen sinds het begin van de coronapandemie. De maatregelen tegen Covid bleken óók uitstekend te werken tegen influenza, want in de winter van 2020/2021 was er nauwelijks griep, en in 2021/2022 weinig. We moeten nu teruggaan tot 2017/2018 voor een hogere griepgolf, 7 jaar geleden dus, zie hieronder.

Dat deze rampzalige griepgolven nu weer terugkomen lijkt de medische wereld niet te verontrusten. Immers mondneusmaskers zijn in Nederland nog steeds “niet nodig”, zelfs niet in ziekenhuizen, laat staan verplicht. Kennelijk heeft de wereldwijde circulatie van influenza door de coronamaatregelen een enorme klap gekregen, maar nu de maatregelen verdwenen zijn komen de griepgolven steeds sterker terug, tot ze weer het niveau van 2017/2018 bereiken of zelfs overtreffen. Dat Covid19 onze immuniteit ondermijnd heeft helpt daarbij niet.
Deze keer kijken we ook weer naar de verspreiding van het RS-virus, dat ook tot tamelijk ernstige luchtweginfecties kan leiden, vooral bij kinderen. Het RIVM houdt het vóórkomen van deze ziekte bij op de pagina Stand van zaken RS-virus. De laatste jaren, sinds de Covid19-pandemie, heeft RS flink opgespeeld, hoewel het in absolute aantallen minder voorkomt dan influenza. Ook dit jaar is de RS-golf weer zoals vaker begonnen rond december (rode lijn in de grafiek hieronder). Hoewel het aantal meldingen alweer duidelijk gedaald is, was de top duidelijk hoger dan vorig jaar.

Oversterfte Covid19, 2025 week 2 [info]
Op de webpagina Monitoring sterftecijfers Nederland geeft het RIVM aan wat ze verstaan onder oversterfte. Dit komt erop neer dat de verwachte weeksterfte in de periode van juli 2024 t/m juni 2025 bepaald wordt op basis van de sterfte in de voorgaande 5 jaren, van juli 2019 t/m juni 2024 (waarbij de 25% hoogste pieken weggelaten worden). Op die manier kun je wel een “tijdelijke, bijzondere stijging” in de sterfte vaststellen, door ’n griepepidemie, hitte- of koudegolf of een natuurramp. Deze methode is echter totaal ongeschikt om de langetermijneffecten van de coronapandemie te bepalen.
In onderstaande grafiek zien we de totale jaarsterfte in Nederland vanaf 2000 t/m 2024. Inderdaad, er is weer een extra jaar afgesloten waarvoor we de balans kunnen opmaken.

Wat als eerste opvalt in de jaarsterftecijfers is een duidelijke sprong van gemiddeld 150.000 in periode 2015-2019 naar gemiddeld 170.000 in periode 2020-2024, de tijd van de pandemie (die ook volgens de WHO nog steeds niet voorbij is!). Dat is zo’n 20.000 doden extra per jaar, dus gedurende 5 jaar pandemie zijn er sowieso meer dan 100.000 mensen extra overleden. Deze evidente oversterfte komt voor een groot deel voor rekening van de coronapandemie. Of mensen door een acute besmetting zijn overleden, of door uitgestelde en tekortschietende zorg door overbelasting, of door schade door SARS-CoV-2 aan hart en bloedvaten, longen, hersenen, nieren, of door andere besmettelijke ziekten die toeslaan door te profiteren van de schade die SARS-CoV-2 aan ons immuunsysteem toebrengt, maakt daarbij niet uit. Het zijn 100.000 voortijdige doden, dierbaar voor nog eens een veelvoud aan anderen, familie en vrienden!
Wat verder opvalt aan de grafiek is dat de oversterfte niet afneemt naarmate de jaren in de pandemie verstrijken. Dat zou je wel verwachten als al die zogenaamde “kwetsbaren” zo langzamerhand wel overleden zouden moeten zijn. Als Covid19 in het omikron-tijdperk inderdaad “mild” zou zijn geworden. Als we eindelijk eens geléérd zouden hebben van onze fouten. Nee, de voorlopige sterfte 172.051 in 2024 is zelfs 2530 hoger dan de vastgestelde sterfte van 169.521 in 2023!
Commissiedebat oversterfte 20 februari 2025
De blijvend hoge oversterfte, vooral in Nederland, is ook doorgedrongen tot de Tweede Kamer, en heeft geleid tot een commissiedebat over oversterfte afgelopen donderdag 20 februari. De motivatie om dit nu aan te kaarten lijkt wel de voortdurende druk vanuit de antivax-beweging (de Hond, Steigstra, Meester & Jacobs) om oversterfte toe te schrijven aan Covid-vaccinaties, al werd dat niet met zoveel woorden gezegd. Op 27-2-2024 was een motie van Agnes Joseph van NSC aangenomen dat vroeg om een integraal onderzoek naar de oversterfte sinds 2020. Sindsdien is een onderzoeksprogramma door ZonMW opgezet, waarin 21 deelonderzoeksprojecten gefinancierd werden, 11 voltooid in 2023, en 9 (lijn 3) voltooid in 2024. Die leverden geen bijzondere resultaten op: oversterfte in 2020-2021 was zoals verwacht te verklaren door sterfte aan acute Covid19-besmettingen en uitgestelde zorg, en was juist niet gecorreleerd met vaccinaties.
Het debat werd bijgewoond door commissieleden van de 4 regeringspartijen PVV, VVD, NSC en BBB. Het was bedroevend om te zien dat van de hele oppositie alléén Julian Bushoff aanwezig was namens GroenLinks/PvdA. Begreep men het belang van het terugdringen van oversterfte niet?
Ria de Korte van NSC opende het debat en drong aan op het alsnog uitvoeren van een integraal onderzoek naar oversterfte. Ze kreeg de overige leden van de commissie niet mee, en ook de staatssecretaris niet. Tot vervelens toe bleef ze herhalen dat de deelonderzoeken van ZonMW niet voldoende waren, maar kon dat niet motiveren anders dan door te refereren aan verder niet met name genoemde experts die geraadpleegd waren door NSC. Staatssecretaris Karremans kon eenvoudig pareren door te zeggen dat de experts van ZonMW een integraal onderzoek niet nodig vonden, omdat uit de deelonderzoeken al voldoende informatie te halen was over de oorzaken van de oversterfte.
Karremans en ZonMW hadden gelijk, alleen gingen die deelonderzoeken uitsluitend over de oversterfte in 2020 en 2021. Over die jaren was de conclusie ook duidelijk: Covid19 acute sterfgevallen, en uitgestelde zorg. Niemand wees hem daarop. Weliswaar werd enkele keren genoemd dat de oversterfte in 2022 t/m 2024 nog steeds hoog bleef. Thiadens van de PVV moest er zelfs aan te pas komen om te melden dat in 2024 meer mensen overleden waren dan ooit tevoren (172.000+), zelfs 2530 méér dan in 2023. Later trok hij dat overigens weer in.
De BBB probeerde nog even om óók het onderzoek van Meester & Jacobs te laten evalueren (dat de oversterfte weet aan de vaccinaties), maar daar maakte Karremans (terecht) korte metten mee: incompetente onderzoekers, geen peer-reviewed rapport, tegen de wetenschappelijke consensus.
Karremans had zelf in de eerste ronde beantwoording gesteld dat de oversterfte in 2020 en 2021 weliswaar hoog was, maar dat de oversterfte in de latere jaren afnam en nu terug naar normaal was. NSC bracht daar tegenin dat het RIVM de oversterfte vanaf medio 2021 bepaalde door de verwachte sterfte te baseren op de voorgaande jaren inclusief coronajaren, waar dus ook al oversterfte was. Maar ook hier kon de Korte niet goed uitleggen waarom de oversterfte dan (veel) te laag zou uitkomen. Karremans wist zelf ook niet precies hoe het zat, voerde aan dat RIVM rekening hield met de vergrijzing (in zekere zin wel), maar dat ze de pieken uit vorige jaren niet meenamen (ja, maar de continue oversterfte dus wél).
Zo bleek dus het feit dat het RIVM de keus gemaakt heeft om de continue oversterfte ten gevolge van de coronapandemie te negeren en alleen maar te kijken naar nieuwe pieken in de sterfte, deze regering in staat heeft gesteld om te beweren dat de oversterfte nu weer “terug is naar normaal”.
Toch zullen we de oversterftecijfers van het RIVM voorlopig naast veel betere methoden zoals die van CBS en de Human Mortality Database presenteren, om het verschil duidelijk te maken.
Oversterfte RIVM vanaf 2021-06 [info]
De actuele weeksterftes van het CBS (zie CBS statline) zijn inmiddels bijgewerkt t/m week 6 van 2025. Er zijn in week 6 3913 mensen overleden, nog steeds sterk verhoogd, net als vorige jaren omstreeks de jaarwisseling. Over de eerste vier weken van 2025 zijn er 64 nameldingen van overlijdens gekomen. Dat is weer in de buurt van het gemiddelde aantal nameldingen per 2 weken.
De oversterfte à la RIVM voor week 4 is 366 † (10,3%), dus ook volgens het RIVM is sprake van flinke oversterfte. Logisch nu er bovenop de continue corona-oversterfte ook nog een flinke griepgolf door het land gaat. In de grafiek hieronder is de RIVM “oversterfte” weergegeven met groen.

Cumulatieve RIVM oversterfte vanaf 2020 week 8: 46.526 †. Zoals hierboven aangegeven bij de jaarsterftecijfers komt deze cumulatieve oversterfte niet in de buurt van de werkelijke oversterfte door de pandemie: 100.000! M.b.t. de coronapandemie is dit RIVM-cijfer dan ook betekenisloos, in ieder geval géén maat voor de totale sterfte door de coronapandemie in Nederland.
Oversterfte CBS 2020/2023 en verder CBS+ [info]
Naast de weekoversterfte à la RIVM willen we toch graag weten hoe het verder gegaan zou zijn met de oversterfteberekening door het CBS. Hoewel ook die CBS-cijfers tamelijk optimistisch waren, o.a. door de oversterfte te bepalen t.o.v. verwachte sterfte inclusief griepdoden en een normale demografische trend, waren ze veel beter dan die van het RIVM nu. Uitgangspunt waren de jaren 2015-2019, dus vóór het begin van de pandemie. Omdat de prognoses maar tot eind 2023 reikten is het CBS gestopt per 1 januari 2024. We hebben daarom de CBS-tabel met verwachte weeksterftes voor 2020-2023 uitgebreid naar 2024 en 2025, door de cijfers van 2023 aan te passen met een correctiefactor 1,00739 voor bevolkingsgroei van 2023 naar 2024, en 1,01355 van 2023 naar 2025. We noemen dit CBS+.
Bij een weeksterfte van 3913 komen we voor week 6 op een oversterfte van 393. Dit is dus 11,2% boven de verwachte sterfte van 3520 (gele lijn in de oversterftegrafiek). Volgens CBS+ is de totale cumulatieve oversterfte vanaf 2020 week 8 tot heden 73.233 †. Dit komt al heel wat meer in de richting van de 100.000 doden t.g.v. de coronapandemie. Het verschil is te verklaren uit het feit dat het CBS in zijn verwachtingen teveel rekening heeft gehouden met demografische ontwikkelingen en trends die in de praktijk doorkruist zijn door de actuele, gewijzigde bevolkingsopbouw gedurende de pandemie. Doordat veel ouderen en kwetsbaren in de eerste jaren van de pandemie overleden zijn, had de verwachte sterfte voor de latere jaren eigenlijk verlaagd moeten worden, zodat de oversterfte hoger uitgevallen zou zijn.
Oversterfte HMD t.o.v. Gemiddelde 2010-2019 [info]
Als we de oversterfte in elke week, zoals bij de standaard methode van de Human Mortality Database, bepalen t.o.v. de gemiddelde sterfte in die week over de jaren 2010-2019, dan vinden we dat weeksterfte 3913 neerkomt op een oversterfte van 698, dat is 21,7% boven de verwachte gemiddelde sterfte van 3215 in week 6 van de jaren 2010-2019. In dit verwachte gemiddelde is wel een correctiefactor voor de bevolkingsgroei t.o.v. 2020 verwerkt. Voor 2025 is de correctiefactor 1,03706 (= 18052700 / 17407585). Dit is de rode lijn in de oversterftegrafiek hierboven.
Cumulatieve oversterfte volgens HMD Gemiddelde vanaf 2020 week 8 tot heden is 121.981 †. Dat komt heel wat beter overeen met de verwachte oversterfte van 100.000 over 5 jaar pandemie!
Oversterfte HMD t.o.v. LQI 2010-2019 [info]
Volgens de toelichting is de oversterfte bepaald door CBS, hoe verontrustend die ook was tot eind 2023, nog een flinke onderschatting van het dodental door de pandemie. Wij bepalen daarom de oversterfte liefst t.o.v. het laagste kwartiel (LQI) van de weeksterftes over 2010-2019, dus prepandemie, maar wel met een correctiefactor voor de bevolkingsgroei t.o.v. 2020. Voor 2025 is de correctiefactor 1,03706 (= 18052700 / 17407585). Dit is de echte oversterfte t.g.v. de Covid19-pandemie én andere doden door vermijdbare infectieziektes zoals influenza. Dit is de blauwe lijn in de oversterftegrafiek hierboven.
In week 6 overleden 3913 mensen, 903 méér dan het LQI van 2010-2019, te weten 3010. Dat is 30,5% boven de verwachte sterfte, en komt neer op 129 vermijdbare infectiedoden per dag!
Cumulatieve oversterfte LQI vanaf 2020 week 8: 152.124 †.
Dit is dus onze beste schatting voor de totale Covid19-gerelateerde sterfte in de pandemie tot nu toe, in Nederland.
Deze totale oversterfte is weer veel hóger dan de verwachte tol van 100.000 door de pandemie. Dat komt omdat bepaling van de oversterfte t.o.v. het laagste kwartiel de verhoogde sterfte door uitbraken van influenza, RS e.d. in de jaren 2010-2019 buiten beschouwing laat bij bepaling van de verwachte sterfte in latere jaren. Dat is een goede keuze, omdat we hebben gezien dat maatregelen tegen de verspreiding van Covid19 in 2020 en 2021 ervoor gezorgd hebben dat er in de winter van 2020/2021 ook géén griep en RS waren!
Aan de andere kant houdt de LQI berekening van de verwachte weeksterfte mogelijk te weinig rekening met de vergrijzing: de eerste golf babyboomers van na de 2e wereldoorlog zijn nu 80 jaar geworden, en deze groep heeft nu ongeveer de leeftijd van de normale levensverwachting bereikt, dus er zullen nu naar verwachting méér mensen overlijden de komende jaren. Maar dit effect zal geleidelijk optreden. Waarschijnlijk is de LQI oversterfte wat te hoog, de CBS+ te laag, de waarheid zal ergens in het midden liggen.

Het verloop van het cumulatieve aantal pandemiedoden volgens LQI (blauw), Gemiddelde (rood) en CBS+ (geel) is nu als in onderstaande grafiek. De grafiek voor het cumulatieve dodental volgens RIVM hebben we weggelaten, omdat deze niets zegt en geen enkele meerwaarde heeft.

Variants of Concern (VOC) [info]
De relatieve frequenties van relevante VOC’s (kiemsurveillance RIVM) geven een indicatie welke nieuwe bedreigingen te verwachten zijn. Rond de kerst is het vaste 2-wekelijkse publicatieschema van het RIVM wat ontregeld geraakt, maar in het nieuwe jaar is het wel weer goed opgepakt. Probleem is wel dat het aantal samples waarover RIVM kan beschikken momenteel erg laag is. Er zijn relatief weinig coronabesmettingen en in de testgroep van infectieradar sturen dus maar weinig mensen hun testsamples op.
De laatste update is van 19 februari, maar voor week 6 zijn slechts 8 samples getest, dat is te weinig om representatief te zijn. Daarom beperken we de geactualiseerde variantengrafiek tot week 5 van 2025, met 26 samples.
Sinds het begin van de lente is de langdurig dominante variant JN.1 door met name twee subvarianten verdrongen, KP.2 en KP.3. Vanaf juli is echter de recombinant XEC op komen zetten. Het leek er aanvankelijk op dat deze variant dominant zou worden, maar nu is gebleken dat dat definitief niet doorzet, zie de grafiek hieronder van de relatieve voorkomens van alle varianten van week 10 in 2023 t/m week 5 in 2025.

Dat de oude variant JN.1, die zo verschrikkelijk heeft huisgehouden in 2024, nu weer terugkomt is onwaarschijnlijk. Het zal eerder een nieuwe subvariant van JN.1 zijn. Volgens Josette Schoenmakers is dit subvariant LB.1.3.1, die volgens haar analyses in week 51 al op 26% zat:

Het maakt allemaal niet zo veel uit, want de aandelen van de belangrijkste varianten zijn groot, maar de absolute aantallen virussen die nu rondgaan zitten nu op een minimum.
Conclusie: actueel risico [info]
Wij schatten het besmettingsrisico voor Covid19 momenteel in als MATIG. Echter omdat we nu te maken hebben met snel stijgende aantallen infecties met influenza, moeten we extra waakzaam zijn: meer dan 20.000 griep-besmettingen per week is NIET normaal. Griep is erg gevaarlijk, leidt tot veel ziekenhuisopnames vooral bij ouderen, en kan net als Covid19 leiden tot PAIS (Post Acute Infection Syndrome), dus langdurige ziekte of invaliditeit (denk aan ME/CVS). De wetenschap dat óók griep vermijdbaar is betekent dat we ons niet neer hoeven te leggen bij zoveel zieken en doden. Laten we in vredesnaam:
- thuis blijven bij ziekte
- isoleren tot de ziekte echt voorbij is
- hygiëne betrachten, handen wassen, niet in de ogen wrijven
- in drukke binnenlocaties en zeker in zorginstellingen een mondneusmasker (ffp2) opzetten
- ventileren op binnenlocaties, hepafilters inzetten
Long Covid, maatschappelijke impact
Het grootste probleem blijft dat onze overheid, inclusief RIVM en de hele medische elite, Covid19 nog steeds niet serieus neemt. Nog steeds wordt uitsluitend gekeken naar de mensen die na hun besmetting acuut ziek worden en eventueel overlijden. Er worden nog steeds pas maatregelen overwogen als in de zorg code zwart dreigt. Dit terwijl de meest ernstige gevolgen van Covid19 nu juist tot uitdrukking komen in het groeiende leger van LongCovid-patiënten, die ernstig beperkt zijn, invalide, bedlegerig of arbeidsongeschikt zonder enig uitzicht op verbetering. Mensen als Augie Ray blijven wijzen op deze zorgelijke ontwikkeling op LinkedIn, bijvoorbeeld door de schrikbarend snelle stijging van het aantal werknemers met een arbeidsbeperking in de VS sinds 2021:

In Nederland zal de situatie nauwelijks beter zijn, maar cijfers hierover zijn voor zover bekend niet gepubliceerd. Niet alleen wordt Long Covid hier als de meest bedreigende consequentie van herhaalde Covid19-besmettingen en een belangrijke mogelijke factor voor de ineenstorting van onze maatschappij volkomen genegeerd, maar het lijden van de inmiddels meer dan 450.000 LongCovid-patiënten wordt als irrelevant terzijde geschoven. Er wordt géén extra geld uitgetrokken voor onderzoek noch voor behandeling in speciale LongCovid-klinieken, bij de geplande bezuiniging op de zorg door de extreem-rechtse regering Schoof. Long Covid Nederland pleit hiervoor op LinkedIn, en wijst op een recent artikel van Hans Streng in Trouw, die als één van de weinige langdurige LongCovid-patiënten toegelaten is tot een post-Covid expertisecentrum, zie hieronder.

Een ander indrukwekkend en aangrijpend verhaal over Long Covid is van Gerben van Dijk. In onderstaande video vertelt hij hoe hij zijn leven opnieuw ingericht heeft rond Long Covid, maar dat heeft wel enorm veel wilskracht en doorzettingsvermogen gekost. Ik denk dat weinigen hem dat nadoen!
Indammen NU!
De overheid zal wellicht het huidige dal in Covid19-besmettingen verwelkomen als het definitieve einde van de pandemie, voor de zoveelste keer. Wij zien deze adempauze echter als het ideale moment om eindelijk te gaan indammen, om SARS-CoV-2 voorgoed uit de maatschappij te verdrijven. NU is er weer een kans! Laten we die kans grijpen!
Indammen móet en indammen kán!
Zie ook onze uitgewerkte strategieën om de pandemie te bedwingen:
- Pandemieregels van de Goede Pandemie Praktijk
- Plan van het World Health Network met massaal testen
- Een haalbaar en afdoende geacht alternatief voor de gecompliceerde en onwerkbare maatregelenladders van VWS onder Ernst Kuipers: